Frank Hessels

OZA-route ook op school inzetbaar

OZA-route ook op school inzetbaar

Over de OZA-route
In de onderwijs- en zorgroute (OZA-route) West-Brabant werken gemeenten, onderwijs en zorgpartners nauw samen. Ze brengen weer beweging in de zeer complexe casuïstiek van kinderen en jongeren in de regio. Alle deelnemers aan de OZA-route komen met creatieve ideeën en creëren regelruimte voor het mogelijk maken van oplossingen. Wat er in de regio West-Brabant gebeurt, is heel bijzonder. Gedragswerk vertelt daarom de verhalen van verschillende deelnemers aan deze OZA-route en hoopt daarmee anderen te inspireren.

“Ik voel me altijd meer betrokken bij de meer kansarme jongeren, dan bij degene bij wie alles komt aanwaaien”, vertelt Frank Hessels – directeur Samenwerkingsverband voor Passend Voortgezet Onderwijs Breda (RSV VO). “Dat is bij toeval ontstaan. Begin jaren ‘80 kwam ik terecht op een lagere agrarische school (land- en tuinbouwschool). Een groot deel van de leerlingen had een beperking. Mijn affiniteit voor leerlingen die het zwaarder hebben om zich staande te houden buiten hun eigen wereldje, is hier ontstaan.”

“Uiteindelijk ben ik directeur geworden op deze lagere agrarische school en heb hier 20 jaar gewerkt. Mijn doelstelling was eigenlijk altijd ‘Leerlingen met meer achterstand laten integreren in het regulier onderwijs’.”

“Inmiddels werk ik zo’n 8 jaar in mijn huidige functie als directeur Samenwerkingsverband voor Passend Voortgezet Onderwijs Breda. Mijn drive is om de mindset bij de scholen te veranderen en het gezamenlijk belang dat kinderen zo goed mogelijk geholpen moeten worden centraal te zetten.”

Steeds meer kinderen naar het VSO

“Het aantal leerlingen in het VSO neemt hard toe, ook in de onderbouw. Nu zitten we in onze regio met een financieel gezonde situatie, maar als die toename doorzet komen we rond 2024 in de rode cijfers. Dat zal consequenties hebben voor bijvoorbeeld de budgetten van de scholen.”

“Ik bespreek met de schoolleiders de noodzaak om de groei van het VSO terug te dringen. Met de ondersteuningscoördinatoren bespreek ik dat we meer zorg moeten bieden aan deze leerlingen. Deze ondersteuningscoördinatoren staan met hun voeten in de klei, die maken iedere dag de dossiers mee. De drie fronten van ondersteuningscoördinator, schoolleiding en besturen moeten stappen gaan zetten. Er is een noodzaak voor meer inclusief onderwijs.”

“Er is een noodzaak voor meer inclusief onderwijs.”

OZA-route miniformaat

“De OZA-route is een methodiek die voor grote groepen leerlingen heel erg goed helpt. In eerste instantie is de OZA-route voor erg complexe casussen. Maar eigenlijk zou je de route ook in miniformaat  moeten toepassen op scholen”, vertelt Frank. Bijvoorbeeld in de volgende situatie: “Een mentor zit met een leerling en hij of zij weet niet goed weet wat de volgende stap moet zijn. Mijn advies zou zijn: bespreek het eens met een aantal collega’s en neem de tijd om er intensief in te duiken. In een regulier leerlingenoverleg worden er 60 leerlingen besproken in twee uur, breng daar in dit soort meer complexe situaties eens verschil in.”

“Het voeren van een goed gesprek is misschien wel de grootste uitdaging die schoolleiders moeten aangaan om hun mentoren en docenten daarin te professionaliseren. We moeten ze nog meer meenemen in het proces. Ouders worden tegenwoordig al veel intensiever betrokken. Je moet dingen bespreekbaar maken, af en toe moet je durven zeggen ‘Wij weten het ook niet’.  Dat creëert begrip bij de ouders waardoor je ze ook meekrijgt in het proces. Je werkt er gezamenlijk aan. Als je meer tools zou hebben om die gesprekken met ouders op school zelf anders te laten lopen, kun je al een heleboel zaken voorkomen en worden de routes makkelijker om te bewandelen.”

(Prestatie)druk en talentontwikkeling

“Bij een behoorlijk aantal dossiers van leerlingen die naar het VSO gaan zie ik herkenbare dingen terugkomen. Er is dan bijvoorbeeld veel druk op de leerling gevestigd omdat hij of zij is ingedeeld op een schooltype wat niet past. Dat zorgt voor frustratie en kan leiden tot ongewenst gedrag. Dat is natuurlijk een onderbuikgevoel, maar je ziet van alles gebeuren in de dossiers waarop ingesprongen moet worden. Dat leidt uiteindelijk tot de escalatie en de leerling wordt verwezen naar het VSO.”

“Er is ook steeds meer druk vanuit de maatschappij. Je moet bij bijvoorbeeld een vmbo-advies juist blij zijn dat de leerling zo de kans krijgt om zich te ontwikkelen. Maar mensen kijken graag naar de gymnasia.”

“Kijk naar wat een kind aankan.”

Buiten de lijntjes kleuren

“Ik zag dat er kinderen thuis zaten waarvan ik dacht dat het mogelijk was om ze met relatief eenvoudige middelen terug in het onderwijs te krijgen. Kinderen die hun slaapkamer niet meer uitkwamen. Die casussen kwam ik vaak tegen en ik vond dat eeuwig zonde. Ik vond dat ze de kans moesten krijgen die andere kinderen ook krijgen.”

“Je moet dan flexibel genoeg zijn om buiten bepaalde lijntjes te kleuren. Gelukkig hebben we hier in de regio ook een aantal beleidsambtenaren die dat ook durven. Dan kan je dingen voor elkaar krijgen die anders niet gelukt zouden zijn. Dat wilde ik breder inzetten, en die kans was er. Kinderen moeten de kansen krijgen die ze verdienen.”

“De roep om maatwerk wordt alleen maar groter. Met de OZA-route zou ik ook graag kijken naar hoe we bij thuiszitters de ontwikkeling weer kunnen opstarten. Op welke manier dan ook. De intermenselijke communicatie is het belangrijkst, mensen meekrijgen en laten zien wat het belang is. We moeten met elkaar in gesprek en dingen voor elkaar krijgen.”