Bart Heeling

H.A.R.T.

H.A.R.T.

De nieuwe column van Bart Heeling

In het onderwijs en de hulpverlening zijn we gek op het maken van plannen. Handelingsplannen, individuele ontwikkelingsplannen, passend onderwijsplannen, sociaal-emotionele plannen, ondersteuningsplannen, ouderbegeleidingsplannen en ga zo maar even door. Deze plannen zijn allemaal doelgericht en weggezet in een bepaalde tijd, doorgaans enkele weken tot enkele maanden. Het voordeel van het opstellen van zo’n plan is dat je gaat nadenken over een casus, in woorden gaat vangen waar knelpunten en mogelijkheden liggen en wat sterktes en wat zwaktes kunnen zijn. Los van een buikgevoel of een oordeel.

Er schuilt echter een enorme valkuil in dergelijke plannen, namelijk dat je enkel uitgaat van het plan zélf én dat je het blindelings gaat volgen, zonder oog te hebben voor onverwachte tussentijdse wendingen, zoals veranderingen in de thuissituatie of in de ontwikkeling van het individu.

Mandy van 11 heeft op de laatste rekentoets niet zo best gescoord. Nou, niet zo best is een understatement, ze heeft gewoon een flinke onvoldoende. Haar cijfers lagen voorheen altijd mooi rond een voldoende, maar ze zit deze periode niet zo lekker in haar vel, lijkt moeite te hebben om de les en het tempo te volgen en moet vaak naar de wc. Haar leraar heeft ‘de casus Mandy’ besproken met de intern begeleider en er is besloten dat er voor Mandy een handelingsplan op rekenen zal worden geschreven. De leraar en de ib’er hebben haar toets geanalyseerd en de ontwikkelingscurve geprint. De curve laat dit jaar een duidelijke daling zien ten opzichte van de gemiddelde leerling. Tijd voor actie!

Er wordt een plan opgesteld voor de komende acht weken, SMART uiteraard, meetbaar, zodat we over acht weken weer op het juiste spoor zitten. De ouders worden uitgenodigd om het plan door te spreken, er wordt zeer ernstig gekeken en de ouders worden overspoeld met termen waar ze niet direct iets mee kunnen, maar ja, zij zijn niet de professionals hè. Executieve functies, doorgaande lijn, verbale kloof en performale intelligentie, het zal allemaal wel, denken ze. Gaat dit überhaupt nog over onze dochter?

“Ze lijkt wat vroeg in haar puberteit terecht te komen,” verweren de ouders zich nog, “we merken het thuis in ieder geval. Deodorant, puistjes, voor het eerst ongesteld. Ja best jong inderdaad. Maar wij maken ons niet zoveel zorgen om haar resultaten hoor. Dat zit wel goed. Ze is gewoon een pientere meid.”

“Nou dat hebben er wel meer hoor, op deze leeftijd,” verweert de ib’e zich, “en die scoren wél gewoon leeftijdadequaat.”

Nóg zo’n term.

“Wij maken ons op school wél zorgen als we zo’n ontwikkeling zien op cognitief gebied  en hebben de juiste tools om daar wat aan te doen.”

Enigszins gedesillusioneerd en met lege handen gaan de ouders weer naar huis.

De maandag daarop gaat de leraar aan de slag. Mandy moet iedere ochtend na de uitleg van rekenen plaatsnemen aan de grote tafel voorin de klas, voor verlengde instructie. Schoorvoetend gaat ze daar zitten. Ze heeft juist nú helemaal geen behoefte aan die centrale plek voorin de klas…

Na twee weken gaat het echter weer wat beter met Mandy. Ze is opgewekt, kan zich concentreren en zit beter in haar vel. Zo gaat dat soms hè, met een puber. En als de leraar het rekenwerk aan de groep heeft uitgelegd, merkt Mandy dat ze het al snapt en zegt ze het tegen de leraar. Maar tot haar verbazing moet ze er gewoon blijven plaatsnemen.

“Jouw plan duurt nog zes weken, dus ik ga jou nog zes weken helpen met rekenen.”

Een gemiste kans op autonomie en competentie, vanuit gebrekkige relatie. Een gemiste kans op intrinsieke motivatie!

In het onderwijs zijn we zó gericht op kennisóverdracht, dat we kennisdéling vaak over het hoofd zien. Kennis is geen éénrichtingsverkeer, maar komt van meerdere kanten en is gericht op fijne afstemming. Fine-tuning dus.

Laten we daarom onderwijsplannen in het vervolg HART in plaats van SMART opstellen. HART staat voor Haalbaar, Acceptabel, Ruimtegevend en Traumasensitief.

Het doet recht aan ieder individu. Ontwikkeling is maatwerk.

Bart Heeling