Ontwikkelrecht

De beweging van leerplicht naar ontwikkelrecht;
van initiatieven die werken, tot een brede beweging voor ontwikkelrecht.

Bij de ontwikkeling van kinderen en jongeren gaat het om de kinderen en jongeren zelf. Dit zou een open deur moeten zijn, maar is het niet. Sommige jeugdigen passen gewoon niet binnen de lijntjes; en dat ligt aan de lijntjes en niet aan hen. De vraag “welk onderwijs en welke jeugdhulp is geschikt voor jouw ontwikkeling?” zou vervangen moeten worden door de vraag “wat heb jij nodig om je te ontwikkelen?”.

Ontwikkeling moet dus centraal staan. En om dat te kunnen doen, is een beweging van leerplicht naar ontwikkelrecht in gang gezet. Immers, elk kind kan zich ontwikkelen en heeft daar recht op.

In het noorden van Nederland brengt de Beweging Ontwikkelrecht mensen uit te verwachten hoek, maar ook uit onverwachte hoek samen, om met jeugdigen een vliegwiel in gang te zetten; het komt misschien moeizaam op gang maar als het eenmaal draait, loopt het steeds beter. Dat doen we via meerdere routes.

Op de kunstroute onderzoeken de jeugdigen hoe zij zichzelf zien, waar ze trots op zijn, en waar ze in ondersteund willen worden. Dat doen ze met studenten van de kunstacademie Minerva en het Drents Museum. In de verhalenroute zoeken we de weggetjes om over alle hobbels in de systeemwereld heen te komen. Met de professionals gaan we na of hun vliegwielen draaien omdát zij buiten de lijntjes durven te werken, en/of omdat ze ‘speelruimte’ hebben, en/of omdat ze samenwerken over organisatie- en sectorgrenzen heen. In de Magneetsessies benoemen we de opgedane inzichten en kijken we hoe we die kunnen delen. Dat doen we op allerlei manieren, bijvoorbeeld met behulp van games waarin samenspel met onvermoede medestanders ontstaat en waarmee nut en waarde van die samenwerking helder wordt. En die ‘wederkerigheid’ onderzoeken we, want we willen weten wat de succesfactoren zijn voor een netwerk van mensen die er samen voor zorgen dat het wél kan.

En dan zijn er nog de routes naar de besluitvorming en naar de wet- en regelgeving, rond de vraag of er genoeg beleidsruimte is of dat het ingewikkelde systeem aan vervanging toe is.

In de kern:

  1. hebben alle kinderen en jongeren het recht om zich goed te kunnen ontwikkelen;
  2. bekijken we op welke wijze we dat het beste kunnen ondersteunen;
  3. richten we het netwerk van opvoeding, onderwijs en jeugdhulp hier goed voor in.

We zien vliegwielen die draaien, we laten ze als tandwielen in elkaar grijpen en halen zo het ontwikkelrecht dichterbij, zodat alle jeugdigen zich kunnen ontwikkelen op een voor hen geschikte manier; soms gaat dat ánders, maar het kan wél.