Imke van Geel

Weer beweging creëren in 45 minuten in de OZA-route 

Weer beweging creëren in 45 minuten in de OZA-route 

Over de OZA-route
In de onderwijs- en zorgroute (OZA-route) West-Brabant werken gemeenten, onderwijs en zorgpartners nauw samen. Ze brengen weer beweging in de zeer complexe casuïstiek van kinderen en jongeren in de regio. Alle deelnemers aan de OZA-route komen met creatieve ideeën en creëren regelruimte voor het mogelijk maken van oplossingen. Wat er in de regio West-Brabant gebeurt, is heel bijzonder. Gedragswerk vertelt daarom de verhalen van verschillende deelnemers aan deze OZA-route en hoopt daarmee anderen te inspireren.

Imke van Geel is in 2019 begonnen bij het samenwerkingsverband Roosendaal e.o. als casusregisseur in de plusvoorziening. Zij heeft zicht op alle thuiszittende of dreigende schooluitvallers vanuit het voortgezet onderwijs. “Mijn taak is om zo snel mogelijk te zorgen voor een plan voor deze jongeren.” 

“Van kleins af aan wilde ik al met kinderen of jongeren werken; ze verder helpen. Ik heb de studie Social Work afgerond, een brede studie waar ik alle kanten mee op kon. Na mijn studie lag mijn focus vooral op de gehandicaptenzorg. In 2015 heb ik de overstap gemaakt naar de jeugdzorg toen ik begon bij SPRING Jeugdprofessionals. In 2019 heb ik op detacheringsbasis de stap naar het samenwerkingsverband gezet.” 

Ik wil mensen op weg helpen

Regionaal out-of-the-box-denken 
“Ik ben altijd al heel nieuwsgierig als ik ergens voor word uitgenodigd of aan mee mag doen. Dat was bij de OZA-route niet anders. Ik wilde weten: wat zijn de verwachtingen, wat gaat het inhouden en wat kan het opleveren? Het was voor mij snel duidelijk dat ik hierin een rol wilde spelen. Ik vind het prachtig om met elkaar casuïstiek verder te kunnen brengen. Daar waar er geen mogelijkheden meer gezien worden toch een opening te vinden. Van mezelf denk ik al graag buiten kaders en ‘out of the box’. Hoe mooi zou het zijn als we dat regionaal kunnen neerzetten.” 

“In de OZA-route worden mensen samengebracht uit de hele regio. Dat zijn mensen die dezelfde uitdaging delen, dat is echt geweldig. Alle kennis en kunde op één plek. Dan krijg je iets krachtigs. Het is een groep mensen die vanuit een open blik kijkt waarom een situatie is zoals die is, en wat we kunnen doen om weer beweging te creëren.”  

Soms is het zo simpel 
“Door vragen te blijven stellen, komen we verder. Soms kom je er dan achter dat mensen nog helemaal niet aan bepaalde oplossingen of werkwijzen hebben gedacht of een belangrijke stap overslaan. Zo zien we bijvoorbeeld dat er vaak óver jongeren en ouders wordt gepraat in plaats van mét. Een plan bedenken voor een jongere zonder motivatie of gedragen perspectief, is geen plan met draagkracht. Een oplossing kan soms dus heel simpel zijn. Door te bevragen en interesse te tonen kom je verder in de casus.” 

“Soms verbaast het me hoe vast men kan zitten in bepaalde kaders of lijnen. Waardoor de kans bestaat dat ze bepaalde informatie missen, of zelfs de basis missen. Bij de OZA-route hebben we de werkwijze om allereerst met elkaar kennis te maken. En bovenal verbinding te maken met het werkveld. Als we elkaar dan herkennen – wat komen we doen – dan kunnen we gaan praten over hoe we dat aanpakken.”

“Dat doen we in twee sessies van maximaal driekwartier per casus. Dit dwingt ons om heel afgebakend te werken en snel tot een versmalling te komen. Dat zorgt ervoor dat we heel snel met aanbevelingen en adviezen naar een volgende fase kunnen. We hebben met elkaar geleerd de juiste vragen te stellen voor een doorbraak.” 

In twee keer 45 minuten komen we tot een doorbaak

“Zo’n sessie begint met een soort speeddate. ‘Voor wie ben je hier en waar ben je van?’. Zo leren we elkaar snel kennen en weten we met wie we aan tafel zitten. Dat zijn altijd verschillende ‘inbrengers’, ouders, zorgcoördinators of professionals uit het onderwijs of jeugdhulp die vastgelopen zijn met een casus. Het zijn mensen die herkennen dat er geen beweging meer in de casus zit. Er mist perspectief en ze maken zich hier zorgen over en ze zijn vooral betrokken. Daarna volgen een aantal aanvullende vragen die wij altijd stellen. We willen altijd weten wat er al gedaan is en wie er al benaderd zijn. Het doel is de mensen te versterken en te ondersteunen om toch weer een stap te zetten en beweging te krijgen in de casus. Uiteindelijk gaan ze met praktische tips en handvatten bij ons weg om hier vervolgens zelf mee aan de slag te gaan met de betrokkenen. En mocht een onafhankelijke actor nodig zijn vanuit de werkgroep, dan dragen we die aan.”