Het niet onderkennen van traumatische ervaringen naar aanleiding van medische problematiek in de kindertijd kan grote gevolgen hebben voor het leren en de schoolgang van een leerling. Een kind kan angstig worden, gebrek aan zelfvertrouwen ontwikkelen en door langdurig verzuim slachtoffer worden van een verstoorde sociale ontwikkeling. Ouders worden overbeschermend en zo ontwikkelt het kind zich tot geïdentificeerde patiënt. Waarbij alles in het gezin gericht is op beschermend gedrag naar het kind toe.
Ali komt uit een volledig gezin met een jonger en ouder zusje. Hij is na 41 weken zwangerschap geboren met te laag geboortegewicht en een hartafwijking. Als baby is hij hieraan geopereerd. Omdat Ali niet sterk genoeg was, is hij beademd en kreeg hij sondevoeding. Door intubatie voor de beademing zijn Ali’s luchtwegen heel infectiegevoelig. Dit leidde tot astmatische klachten en benauwdheid. Ali heeft lang sondevoeding gehad, mede omdat hij steeds snel onder zijn gewicht zat. De overgang naar het verwerken van vast voedsel verliep moeizaam onder andere door slikangst. Op elfjarige leeftijd is Ali, na een zware maagoperatie vanwege verklevingen in de darmen, 6 weken opgenomen in een eetkliniek, om het kauwen en slikken op gang te brengen. Dit is goed gegaan, tot op heden slikt Ali nog immer versterkende voedingssupplementen.
Ali is na de basisschool gestart in de eerste klas van een vmbo-kaderschool. In het begin heeft Ali moeite zijn weg te vinden, maar dit gaat allengs beter. In de tweede klas doubleert hij. In de loop van dit doublurejaar blijkt het niveau alsnog te lastig voor hem en stapt hij over naar basisniveau. Vervolgens gaat Ali over naar het derde leerjaar, waar hij kiest voor de richting verzorging. Al snel blijkt dat hij dit niet aankan. Op de dan afgenomen intelligentietest scoort hij op vso-niveau (TIQ 51; VIQ 62, PIQ <55). Met 95% betrouwbaarheid kan gezegd worden dat de IQ-score van Ali op dat moment tussen de 47 en 61 ligt. Een TLV-aanvraag en aanmelding bij het vso volgen. Ali is dat jaar veel ziek en sluitingen vanwege corona zorgt voor verdere verstoring van de schoolgang.
Het nieuwe schooljaar start Ali op het vso. Tijdens een rondgang langs de klassen denken veel collega’s dat hij van het basisonderwijs afkomstig is, terwijl hij op dat moment al 17 jaar is. Hij heeft het na de start erg moeilijk, omdat hij moet wennen aan de schoolpopulatie, waaronder leerlingen met het syndroom van Down. Mede daardoor vertoont hij onaangepast gedrag, zoals met een enorme omweg naar school komen en zelfs zich verstoppen op zijn vorige school. Door zijn toedoen komen zijn voormalige pesters stennis schoppen op het vso. Op de vso-school zelf moet hij na enkele weken van klas wisselen omdat hij niet kan meekomen met de leerstof van deze op pro-roc gerichte klas. Daarop wordt Ali geplaatst in een op arbeidsmatige dagbesteding gerichte klas.
Al naar gelang ik Ali beter leer kennen, zie ik in dat er achter zijn scherpe tong een grote aangeleerde hulpeloosheid en angst schuilgaat. Deze combinatie brengt hem meermaals in problemen met name met de jongens die niet zo verbaal begaafd zijn, maar wel over een paar stevige vuisten beschikken. Tevens laat de zelfverzorging sterk te wensen over. Zo heeft Ali bijna chronisch een druppel aan zijn neus hangen en is zijn kleding vaak smoezelig.
Aanvankelijk denkt de CvB dat Ali de capaciteiten heeft om na een jaar door te stromen naar het pro-roc. Een hernieuwde intelligentietest toont het gelijk daarvan aan, omdat Ali in december een TIQ behaalt van 75 (71-81) op de WAIS-IV. Doordat het profiel, met een verschil van 19 punten tussen verbaal en performaal IQ, sterk disharmonisch is, kunnen er over de totale intelligentie minder vergaande uitspraken worden gedaan. Daarnaast ontwijkt hij lange tijd de school en is zijn concentratie en motivatie heel laag. Tevens is dit een pose om zijn eigen onvermogen te maskeren. Hij heeft daarnaast geen flauw idee over een arbeidskeuze. Om daar meer zicht in te krijgen ga ik met hem in gesprek en stel voor een assessment af te nemen. Hij weet niet wat dit is en daarop probeer ik hem dit duidelijk te maken:
“Met een assessment gaan we via een interview met vragen gericht op jouw interesses en een arbeidsinteressetest, waarbij je steeds tussen 2 foto’s van arbeidssituaties moet kiezen, onderzoeken welke opleiding of welk werk jij het beste kunt gaan doen. Dat wil echter niet zeggen dat wat je kiest ook direct een mogelijkheid is. Er moet ook gekeken worden naar je mogelijkheden. Zo wilde ik zelf graag dokter worden,” zeg ik als voorbeeld. “Maar dat bleek te moeilijk voor me.” Hier stop ik en kijk of Ali het begrepen heeft. Hij houdt zijn hoofd ietwat schuin en staart me aan met een blik waaruit compassie spreekt en zegt: “En nu zit je hier!”
Kortom, een mislukt leven. Tot nu weet ik nog zeker niet of deze uitspraak per ongeluk was of bedoelt om degene die hem in zijn ogen veroordeeld had tot een plek op het vso op zijn plaats te zetten.
Inmiddels is Ali 19 jaar en zit nog steeds op school met weinig perspectief richting de uitstroom. Stages bij Jumbo en de HEMA zijn mislukt omdat de werkbelasting al snel teveel werd. Vader ondersteunt Ali in deze besluiten. Dit duidt erop dat hij, al dan niet terecht, snel fysiek wordt overvraagd, aan de andere kant uit hij wensen uit die niet realistisch lijken, zoals werken in een buurthuis. Dan zal zijn persoonlijke hygiëne sterk moeten verbeteren en moet hij in het leggen van contacten meer pro-actief worden en zijn mond niet als scheermes gebruiken. Op verzoek van ouders overweeg ik een TLV-verlenging aan te vragen, een Wajong vind ik geen lonkend perspectief voor Ali.