Bart Heeling

De SO+ klas – een veilige haven 

De SO+ klas – een veilige haven 

De SO+ klas is een kleinschalige klas, waar onderwijs en zorg samenkomen, voor kinderen die zich op dit moment nog niet kunnen handhaven in een groep. Het gedrag kan verschillende vormen aannemen.

Bij sommige kinderen zie je dat de hoeveelheid verschillende indrukken die zij in een reguliere groep opdoen te overweldigend is om de eigen emoties te kunnen reguleren. Zij worden onrustig en gaan overal op reageren. Mentaliseren is een vaardigheid die nog ontwikkeld zal moeten worden; het besef dat de emoties van een ander anders zijn dan die van jouzelf. Externe triggers zijn hier destabiliserend.

Bij anderen zie je echter dat de relatiebehoefte dusdanig sterk is, dat deze per direct vervuld moet worden. In het onderwijs noemen we dat de uitgestelde aandacht. Zij hebben er moeite mee om op hun beurt te wachten en boren diverse mechanismes aan om in hun behoefte te voorzien. Interne triggers zijn hier destabiliserend.

En daartussenin zijn nog vele andere vormen denkbaar. Deze kinderen dragen elk hun eigen pakket aan ervaringen met zich mee. Een onzichtbare koffer vol met veelal ingrijpende gebeurtenissen en indrukken, die als een soort reistas, of liever gezegd, zware rugtas, continu door hen gedragen wordt. Zonder dat trauma daadwerkelijk is vastgesteld, zie je de vaak stressvolle tekenen daarvan op vele manieren terugkomen in hun gedrag. Hun gedrag dat bestaat uit grote en kleine uitingskenmerken, zoals roepen, gooien en slaan, maar ook bijvoorbeeld verkramping in handen, knipperende ogen of transpireren.

Mark is moe. Na een rit van bijna twee uur in de taxi, zit hij gapend op zijn stoel. “Mag ik nog even achter een schermpje meester?” Ik denk aan zijn wagenziekte, waardoor hij dat onderweg niet kan doen en stem toe. “Natuurlijk jongen, ik zet de timer wel een aantal minuten langer.” Ondertussen ruik ik zijn transpiratie, wat zómaar door medicatie veroorzaakt kan worden.

Al snel verliest hij zich in een filmpje over monstertrucks. We weten echter dat kinderen met trauma zeer alert zijn op hun omgeving (de continue scan naar veiligheid). En ook al lijkt het zo te zijn dat Mark volledig opgaat in het filmpje, toch luistert hij met één oor naar wat er gebeurt in de klas. Karim doet een spelletje ‘zeg geen JA en zeg geen NEE’ met de hulpverlener. Ze moeten kaartjes voorlezen aan elkaar met vragen. In je antwoord mag het woordje ‘ja’ of ‘nee’ niet voorkomen. Karim vindt het een leuk spel, maar ook moeilijk. Karim is namelijk gediagnosticeerd met een TOS, een taalontwikkelingsstoornis. Hij besluit om op elke vraag ‘misschien’ te antwoorden. Nadat hij dat vijf of zes keer heeft gedaan, laat Mark van zich horen. “Hij speelt vals meester. Hij zegt telkens misschien en dat mag niet.” Mark zit gespannen op zijn stoel, zijn gezicht glimt een beetje en zijn ogen knipperen onrustig.

Als leerkracht vind ik dit soort situaties vaak ingewikkeld. Enerzijds begrijp ik Mark. Die heeft een sterk rechtvaardigheidsgevoel, de drang dat iedereen zich aan de regels houdt. Dat geeft duidelijkheid, dat is veilig. Anderzijds begrijp ik Karim. Die heeft al zo ontzettend veel verloren in zijn nog jonge leven, dat hij een nieuw verlies, hoe klein ook, amper zal kunnen verdragen. De hulpverlener laat nu op een tactische wijze van zich horen en spreekt Karim aan. Ze is immers met hém een spelletje aan het doen en niet met Mark. Ze zegt niets tegen Mark, maar zegt tegen Karim: “Karim, het is de spelregel dat je hetzelfde antwoord geen twee keer achter elkaar mag geven. Maar ik zal je steeds drie seconden geven voor je antwoord, oké?” Na drie seconden zegt Karim: “Oké.” Karim geniet van het spel en van de persoonlijke aandacht.

Ik zie dat Mark weer ontspant. Zij ogen staan weer rustig, ik loop naar hem toe en ga even naast hem zitten. Het is nog steeds de inlooptijd van de klas, we zijn nog niet begonnen met de les. “Vind je het vervelend als anderen vals spelen?”

“Hij wil gewoon winnen.”

“Maar vind jij het vervelend?”

“Hij zegt telkens hetzelfde antwoord.”

Het gesprekje is een erkenning voor de aanwezigheid en de gevoelens van Mark.

Maar het is duidelijk dat Mark nog niet over zijn eigen gevoel kan of wil praten. Daar is hij nog niet aan toe. Elke keer wanneer ik hem een dergelijke vraag stel, praat hij over de ander. De ander ‘die gewoon aandacht wil’. De ander ‘die zich niet aan de regels houdt’. De ander ‘die denkt dat ie stoer is’. Een interessant onderdeel voor de hulpverlening.

“Hoe weet je dat hij gewoon winnen wil?”

“Hij geeft steeds hetzelfde antwoord en dat mag niet.”

“Dat mag inderdaad niet. Spelregels zijn er niet voor niets.” Ik zie dat in het filmpje een monstertruck een andere van de weg duwt en zeg: “Hé, dat mag niet. Hij wil zeker gewoon winnen.”

Mark kijkt me nu even ongelovig aan en zegt dan heel droog: “Dat is een schouderduwtje meester, dat mag gewoon.”

Het zal nog een tijdje duren, maar Mark komt er wel. Dat heet veerkracht

Onze SO+ klas is een veilige setting, kleinschalig, waarbinnen kinderen zoals Mark en Karim kunnen oefenen om weer naar school te gaan. Waar zij zichzelf kunnen zijn met hun emoties, hun gevoelens en hun trauma. Waar zij hopelijk zichzelf opnieuw kunnen ontdekken of soms zichzelf voor de eerste keer kunnen ontmóéten, in plaats van zichzelf steeds te moeten tégenkomen.

Onze klas, waar onderwijs en zorg krachtig gecombineerd worden, is een sociale werkplaats voor extra kwetsbare kinderen.