Sjoerd Meijer

Het geschenk – verplaatsing in een hoogbegaafde jongere

Het geschenk – verplaatsing in een hoogbegaafde jongere

Hoogbegaafdheid in het onderwijs is het thema van de eerste podcast van Gedragswerk. Luister naar Het geschenk – verplaatsing in een hoogbegaafde jongere van Sjoerd Meijer.


Apple Podcasts: https://podcasts.apple.com/nl/podcast/tevoorschijn-luisteren/id1822795602?i=1000714518249

Spotify: https://open.spotify.com/episode/25CwxI7ot1sX8u5oIhTimi?si=VigrJH9lQ2epQQm18PVwFA

Dit verhaal is gebaseerd op een interview met Joas . De beschreven ervaringen zijn zíjn ervaringen. Het is gemaakt om een impressie te geven van de worstelingen waar hoogbegaafde jongeren in het onderwijs mee te maken krijgen.

Stel je voor. Je bent 14 jaar oud. Je zit in 3 vwo. Het is ochtend, je zit in de les Duits. De docent heeft de hele klas tijd gegeven om huiswerk te maken.

Iedereen maakt zijn opdrachten. Iedereen behalve jij. Jij zit daar en je kijkt naar je werk. En je wil het wel maken, maar het lukt je niet. Je krijgt je arm simpelweg niet omhoog. Fysiek zou het mogelijk moeten zijn, er is niks mis met je arm tenslotte. Maar je hebt zo weinig motivatie, dat je je er mentaal niet toe kan zetten om iets op te schrijven, of zelfs om maar over de vragen na te denken.

Je voelt je raar. Je wilt weg, naar huis. Eerst bel je je ouders, dan meld je je ziek en je vertrekt. Deze les Duits zal de laatste les zijn die je op deze school hebt bijgewoond. Hier zal je niet meer terugkeren. Niet meer in de klas. Nog wel voor een aantal gesprekken, maar die vind je nooit heel leuk. Je voelt je dan schuldig. Je krijgt er het gevoel dat jij het probleem bent.

Stel je voor. Het is een aantal jaar eerder. Nu zit je in groep 7. Op de basisschool heb je wel mensen met wie je omgaat, maar je hebt er geen echte vrienden. Je bent behoorlijk geïsoleerd. Je durft weinig. Je zelfvertrouwen is laag. Zo laag zelfs, dat je je weleens afvraagt of je wel een leuk mens bent. Stel je voor, dat je je dat afvraagt en je zit in groep 7. 

Dan wordt er geconstateerd dat je hoogbegaafd bent. Uitzonderlijk hoogbegaafd. Je ouders lezen er veel over. Ze leggen je uit dat je intelligenter bent dan de meeste andere kinderen. Ze doen dat om jou weer zelfvertrouwen te geven. En inzicht in je situatie. Maar misschien werkt het iets te goed: je voelt je nu nogal wat vanwege het feit dat je hoogbegaafd bent. Je begint je een beetje meerderwaardig te voelen, beter dan anderen. En tegelijk voel je: ik pas niet helemaal. 

Stel je voor dat je weet dat je extreem slim bent en toch lukt het steeds niet op school, moet jij, die zo slim is, er speciale trajecten volgen. Lukt het je niet om goede cijfers te halen. Hoe kan dat? Hoe is dat mogelijk?

Stel je voor, de basisschool is klaar. Terwijl je je dit voorstelt mag je trouwens wel even slingers ophangen. Ballonnen opblazen. In feeststemming komen. Je mag nu namelijk naar het middelbaar onderwijs. Naar het vwo. Natuurlijk. Hoogbegaafd. Intelligenter. Stel je voor hoe het voelt, hoe blij je bent. Het gonst in je hoofd: ‘Yes, nu komt mijn moment, nu wordt mijn era ingeluid. Nu kan ik connecties maken, nu zullen de mensen mij begrijpen.’ Maak maar een dans, een uitzinnige vreugdedans, nu het nog kan.

En stel je nu de teleurstelling voor. De absolute deceptie. Ja, ruim die slingers en ballonnen maar gauw op.

De lessen sluiten niet aan op je interesses. Sociale contacten met leeftijdgenoten blijven moeilijk. Je hebt het gevoel dat je bij hen niet jezelf kan zijn. Als je uitspreekt wat je denkt, wat je bezighoudt, word je niet begrepen. Dus spreek je dat maar niet meer uit. Je past je aan. Dag in, dag uit. Jaar na jaar. Op den duur sta je op school in een constante overlevingsstand. Stel je dat voor. Hoe voel je je nu? Niet zo goed? Nee, helaas, dat klopt, dat hoort erbij.

Je gaat expres domme dingen doen. Niet dat je gaat drinken of drugs gebruiken, maar je gedraagt je dommig in de les. Veroorzaakt onrust. Je bent chaotisch en de hele tijd heel luid.  Stel je voor dat je zo doet, terwijl je in wezen totaal niet zo bent. Je hoopt op die manier aansluiting te vinden. Dat gebeurt niet, niet echt tenminste. Want wat betekent aansluiting als die gebaseerd is op een rol die je speelt?

Dan, in je derde jaar vwo, bij die les Duits, gebeurt het dus. Met je arm, die niet meer meedoet enzo. Misschien was het onvermijdelijk. Achteraf gezien heb je het nog best lang volgehouden, die hele maskerade. 

Je komt thuis te zitten. Je weet niet eens precies meer hoe lang. Ben je depressief? Je wil het zelf niet zeggen, ook later als je er op terugkijkt niet. Het is niet bij je gediagnosticeerd, en je vindt het een groot woord. Je bent iemand die zorgvuldig wil zijn met woorden. Die de juiste woorden gebruikt. Was je depressief? Je wil het niet zeggen, maar je weet: het leek er veel op.

Je gaat naar een dagbesteding. Horizon-begeleiding. Je wordt daar geholpen om je 3 vwo af te maken. Voorbereiding op de toetsweken. Er is daar een fijne leraar aardrijkskunde. Hij geeft je een gouden tip. Leer in sessies van twintig minuten, niet langer. Eerst ging je twee uur leren. ‘Oh wat goed, hij leert twee uur achter elkaar’ dachten je ouders. Maar na vijf minuten verveelde je je en de rest van de tijd keek je vooral filmpjes op YouTube. De twintig minuten sessies werken. En ook neem je samen met de aardrijkskundeleraar enkele malen de stof door.  Voor het eerst haal je een hoog cijfer, een 9,7. 

Eindelijk een gevoel van trots in plaats van falen. 

Ook goed daar: ze vertellen je heel duidelijk dat jij niet het probleem bent. Dat jij geen schuld draagt. Ze zeggen: ‘Jij hebt iets, het is niet per se een aandoening, het is eerder een gift.’ Een geschenk. 

Maar je moet wel leren hoe je met dat geschenk moet omgaan in een wereld die is ingericht op mensen zonder dat geschenk. Hoe functioneer je in een maatschappij die is gemaakt voor mensen die heel anders functioneren dan jij? Stel je voor dat je het antwoord op deze vraag moet vinden, terwijl je 14, 15, 16 bent.

Je gaat naar een speciale school waar speciaal traject is voor neuro-divergente jongeren. Maar helaas, ook hier ben je niet op je plek. Je hebt niet het gevoel dat ze er met jou om kunnen gaan. Is het er te autoritair? Te afstandelijk? Je weet: daar kan je niet tegen. En jij niet alleen: zo’n beetje alle andere HB-ers die je kent hebben een hekel aan autoritaire leerkrachten. Uiteindelijk ga je er alleen nog naar de gymlessen, vanwege het sociale contact daar. Dat gaat soms meer vanzelf, als je aan het sporten bent. Je houdt van sport. Nu sport je ook, minstens 3, 4 x per week. Basketbal. Sport geeft je ontspanning, focus, rust van alsmaar razende gedachten. Een uitlaatklep.

VWO deed je toen je vastliep. Je hebt het geprobeerd weer op te pakken. Maar het kost te veel moeite. Je denkt ‘dit wordt ‘m niet meer.’ Je kan kiezen: verder gaan met 4 havo of naar een MBO. Soms moet je wars zijn van verwachtingen. Van de verwachting dat iemand die uitzonderlijk slim is niet naar het MBO zou moeten. Want jij wil daar wel heen. Fuck die verwachtingen. Wat zal het hoe het hoort. Het gaat om of het werkt. Het gaat om jou.

Waarom werkt het eigenlijk? Vaak vroeg je je op school bij vakken af, waarom? Wat moet ik hiermee? Ik wil hier later toch niks mee doen. Op je nieuwe opleiding is dat anders.

 Je gaat naar een creatieve opleiding: Content Creator. Je zit nu aan het einde van je eerste jaar. Je mag dingen maken, en, verdomd, het gaat je goed af. Je vindt het tof, en niet onbelangrijk: je snapt waarom je het doet. 

En je wordt serieus genomen. Je talent wordt gezien. Stel je voor. Je zelfvertrouwen groeit. Docenten vinden dat je al verder mag kijken, stimuleren je om alvast na te denken over een vervolgopleiding aan een kunstacademie. En iedereen om je heen is ook ouder, natuurlijk. Je bent nu 17, en je medeleerlingen zijn dat ook. Dat maakt het contact makkelijker voor je. De dingen vallen op hun plek. Jouw moment. Het was lang wachten. Maar nu lijkt het dan eindelijk, eindelijk ingeluid: jouw era. Jouw tijdperk. Stel je voor wat er vanaf nu mogelijk is. Ja, pak die ballonnen en die slingers maar weer, nu mogen ze eindelijk blijven hangen.