Hans Kruijssen

Het kan wel

Het kan wel

Het maken van een nieuw perspectief rondom thuiszitten vraagt soms wel eens tijd. Om voor vier thuiszittende autistische jongens uit één gezin tussen de vijf en de dertien jaar met twaalf vertegenwoordigers uit onderwijs en jeugdhulp een oplossing te bouwen is niet iets dat men op een achternamiddag regelt. Het vergt een jaar.

Drie van de vier jongens staan aan het begin van de inzet van Gedragswerk ingeschreven bij (V)SO-scholen. De jongste van 4 is vlak voor zijn vijfde verjaardag niet meer welkom op school. Er was geen plan van aanpak voor het gezin, wel individuele ondersteuning (PGB) voor drie van de vier kinderen. Moeder is chronische overbelast. Niemand voelt zich eigenaar van de situatie. Er is geen afstemming tussen onderwijs en jeugdhulp.

Na drie maanden praten onderschrijft het samenwerkingsverband PO de noodzaak voor zowel een aanpak buiten de gebruikelijke kaders alsmede een integrale aanpak van zorg- en hulpvragen.
Samen met moeder vult de eerste helft van een volgend jaar zich met het opbouwen van een netwerk en het aanstellen van zowel een onderwijs- als een zorgregisseur. De ene functie ligt bij de directeur van de SO-school, de andere bij een professional van het Centrum voor Jeugd en Gezin.

Er komt een doelstellingennotitie, de bereidheid om vier TLV’s in te zetten en een extra arrangement te betalen vanuit het PO als het VO de extra’s niet betaalt.

Twee docenten geven de vier jongens vanuit een speeltuin onderwijs te geven naast de vakken die de jongens een dag in de week op school volgen. Op school staat het onderwijs niet centraal maar gaat het om het functioneren in een bredere sociale context, Moeder krijgt ondersteuning. De PGB-ondersteuning van 60 uur voor de vier blijft in omvang gelijk en is aangepast aan het nieuwe programma.

De oplossing komt op gang omdat men de onafhankelijke inzet van Gedragswerk accepteert waarin kind en ouders centraal staan, moeder open en betrokken opereert, het samenwerkingsverband PO zich eigenaar maakt van probleem en betrokkenheid van alle partijen, de kinderen zijn ingeschreven en men het avontuur buiten de gebruikelijke kaders accepteert en financiert.

Nog even los van de samenwerking tussen onderwijsregisseur, zorgregisseur, zorgaanbieder en moeder en de bereidheid van het bestuur van de speeltuin een rol te spelen in het benodigde maatwerk.

De oplossing is mogelijk omdat alle professionals tijdens het proces steeds meer samen zien wat de kinderen en het gezin echt nodig hebben. Ze zijn bereid met elkaar tot een maatwerkoplossing te komen, ook al past deze niet geheel in de wet- en regelgeving. Maatwerk vraagt tijd, durf en echt luisteren: dan is er veel mogelijk.