Bart Heeling

“Ik ga je slaan meester. Grapje hoor.”

“Ik ga je slaan meester. Grapje hoor.”

Hij zit sinds januari bij mij in de SO+ klas. Heeft op meerdere scholen gezeten en na een aantal schorsingen heeft hij enkele maanden thuisgezeten.

Vandaag zit ik naast hem, op de verwarming bij het raam. Aan z’n tafel. De spellingles ging best goed, maar nu zijn we met rekenen bezig. Veel leerlingen die bij me in de SO+ klas komen, hebben spanning bij het vak rekenen. Vooral bij de minsommen. Als er iets áfgaat in plaats van dat er iets bijkomt.

Hij maakt een beweging met z’n hand richting mijn gezicht. Ik blijf ondertussen naar z’n boek kijken en ga niet in op zijn uitspraak en beweging. Maar ja, verder gaan met de som heeft nu ook niet zoveel zin, dus ik vraag: “Heb je vaak ruzie gehad?”

En plotseling komt er een heel verhaal. Over dat hij een soort van dreigend tegenover een klasgenoot stond op de vorige school, maar dat ze gewoon met een spel bezig waren. Dat de leerkracht hem daarop aansprak. Dat hij eerst nog uitlegde wat hij aan het doen was, maar dat de leerkracht tóch boos werd. Dat er nooit naar hem geluisterd wordt. Dat hij altijd de schuld krijgt en dat ‘ze’ hem een rotventje vinden. Dat hij eruit gestuurd wordt en vervolgens zelf wegloopt. En dat er gezegd wordt dat hij het er dan ook zélf wel naar gemaakt heeft. En ja, dat hij vaak ruzie heeft gehad.

Hij is tien.

“Je bent geen rotventje en het is niet jouw schuld kerel. Je bent een fijne vent en je weet ook nog eens heel veel van lichtgevende toetsenborden, gamemuizen en computers.”

En wat meer ontspannen dan hoe hij binnenkwam, gaat hij weer met de taxi naar huis.

Vraag jezelf niet ‘wat is er mis met dit kind’, maar vraag jezelf af  ‘wat heeft dit kind meegemaakt’. Het verandert je perspectief.