Feuilleton Initiatieven collectief

Onze eigen beleving zou de bron van ons leren moeten zijn

Onze eigen beleving zou de bron van ons leren moeten zijn

In het Initiatieven Collectief feuilleton delen initiatiefnemers hun kennis en verhalen en geven middels een vraag het stokje door. Deze week Audrey Maeder-Sahupala, eigenaar en oprichter ACIC in Hilversum.

In deel 1 Actief niets doen, stelde Sas Boot van Acato in Rotterdam de volgende vraag:

Kinderen gaan graag naar school. Als ze er geen plezier hebben komen ze ook niet tot leren. Bijna de helft van de thuiszitters heeft (een vorm van) autisme. Op wat voor manier kun je ervoor zorgen dat een kind met autisme plezier op school heeft, dat hij het er zo leuk vindt dat hij elke dag naar school wil, dat hij blij is dat de vakantie voorbij is, want hij mag weer naar school? Vanuit jullie ervaring: Wat zouden de ingrediënten daarvoor kunnen of moeten zijn?


Dankbaar en tegelijkertijd schoorvoetend neem ik het stokje over en geef ik onze reactie vanuit onze visie:

Ons antwoord op de vraag is:

Wat ons betreft zou de school niets anders moeten en mogen zijn dan een belevingstuin. Een plek waar je je kunt (laten) informeren, waar je kunt beleven. Onze eigen beleving zou de bron van ons leren moeten zijn. We hebben het recht om te kunnen beleven, ook in een cultuur vol verwachtingen en verplichtingen.

School zou een gefaciliteerde omgeving moeten zijn. Een plek waar we belevend mogen leren. We hebben allemaal gezien hoeveel kinderen en volwassenen, inclusief wijzelf, geperst zijn en worden in een bepaalde vorm. Én we zien ook hoe aantrekkelijk het is als een kind/jongere/volwassene niet met de vorm mee beweegt, maar dicht bij zijn of haar eigen beleving blijft. Zijn dit degenen die buiten de lijntjes kleuren?

Welke lijntjes en door wie verzonnen?

Volgens ons is het genoemde opvoedkundig ‘niets doen’ in het vorige stuk: ruimte geven en tegelijkertijd actief nabij zijn. Het is vooral: ieder kind en ieder mens (en dier) niet alleen leefruimte maar ook beleefruimte geven. Wanneer dat op school nog niet lukt, dan in ieder geval thuis of bij onze initiatieven. En laten we vooral wel dichtbij al onze kinderen blijven, naast ze blijven, emotioneel en praktisch beschikbaar blijven, veiligheid bieden, vertragen en pauzes nemen en afblijven van hun eigenheid!! Met als eerste stap: – ophouden met het wij – zij denken. Dit zorgt voor een onbewuste ongelijkwaardigheid en het risico dat je voor iemand anders gaat denken.

Achtergrond/overwegingen bij onze vraag:

In de aan ons gestelde vraag staat hoe we “ervoor kunnen zorgen dat een kind met autisme plezier op school heeft“.

Hoe graag wij allemaal ook willen dat er geen kind/ geen mens uitgesloten mag worden, zien wij zo vaak dat er veelal gediscrimineerd wordt (soms met de beste bedoelingen hoor – vaak onbewust maar ook bewust). “…net als bij ieder ander kind – een kind met autisme …” (of welke diagnose dan maar ook). We praten zo, we schrijven dit op, we horen en zien dit op tv en in de media. We staan op de barricades voor “onze doelgroep”. Jarenlang hebben wij bij het ACIC en ik persoonlijk dit zelf ook gedaan. Totdat we deel hebben genomen aan het studietraject Waarborgen van de eigenheid van het kind een pilot van VAB* en ons ervan bewust zijn geworden dat we aan het discrimineren waren.

Wie zijn “zij” en wie zijn “wij”??? En wie bepaalt dat? Wij zijn allemaal voorstanders van inclusie. Welke “wij” is dit? Is inclusie dat iedereen mag meedoen? Meedoen met…….wie? En wie bepaalt dat? Of is inclusie dat we allemaal onderdeel zijn van één en hetzelfde geheel?

Mijn vraag aan Praktijk de Ezelsbrug:

Hoe zien jullie een inclusieve samenleving en hoe zouden jullie kunnen meewerken aan een inclusieve samenleving (ook) binnen jullie organisatie?

Audrey Maeder-Sahupala

* In december 2024 komt het rapport uit van dit studietraject https://www.vanuitautismebekeken.nl/eigenheid-van-een-kind


ACIC in Hilversum

Voor kinderen (vanaf 5 jaar), jeugdigen en jongvolwassenen met een vorm van autisme en het gezin. ACIC werkt volgens de ontwikkelingsgerichte benadering, de begeleiding is gericht op groei en ontwikkeling in de breedte en diepte. Onvoorwaardelijke acceptatie is daarin het sleutelwoord.

Initiatieven Collectief

In Nederland is een groeiend aantal initiatieven die zich inzet voor thuiszitters. Allemaal hebben ze één gemene deler: ze hebben passende routes ontwikkeld voor jongeren voor wie de ontwikkeling binnen onderwijs of zorg niet of onvoldoende plaatsvindt. In het Initiatieven Collectief bundelen we de krachten van deze initiatieven. Met als belangrijkste doel: voor iedere jongere een passende ontwikkelroute.

Het Initiatieven Collectief gelooft dat iedere jongere recht heeft op ontwikkeling en dat hier meerdere routes voor nodig zijn. Routes die er wél zijn, bottom-up in de praktijk ontwikkeld. Inmiddels hebben duizenden kinderen in de loop der jaren zo de weg teruggevonden naar een betekenisvol leven.

Beelden Welmoet de Graaf