Nederland telt zo’n 4500 ‘thuiszitters’: kinderen die langer dan drie maanden geen onderwijs volgen. Alle organisaties in onderwijs en jeugdzorg hebben daarmee te maken. Vanuit het landelijke ‘Thuiszitterspact’ werkt Gedragswerk (www.gedragswerk.nl) in opdracht van het ministerie van Onderwijs aan het borgen van verbeteringen in onderwijs en jeugdhulp, zodat het aantal thuiszitters (0,17% van alle leerlingen) daalt.
Gedragswerk – een kleine groep experts – heeft intussen honderden leerlingen met ingewikkelde casussen terug naar school gekregen. Door te beginnen met een gesprek met kind en ouders – hun inbreng is onmisbaar. Door gesprekken met onderwijspartijen, jeugdzorg en gemeenten. Door actietafels en expertiseteams. Dwars, onorthodox, onafhankelijk en volhardend.
Thuiszitten is een reëel maar oplosbaar probleem in een veld waar samenwerkingsverbanden leidend zijn bij de invulling van passend onderwijs en de nieuwe verantwoordelijkheid van gemeenten voor jeugdhulp. Maar er zijn veel zorgen in het onderwijs:
‘We weten dat het anders moet, maar hoe dan?’
‘We willen het anders doen, maar we krijgen het niet voor elkaar.’
‘Wij willen wel, maar zij niet.’
En, er blijven vragen komen van kinderen en ouders die stuk lopen in stelsels. ‘Wie luistert naar ons?’ ‘Wie helpt ons?’
Om die vragen te beantwoorden verbreedt Gedragswerk zich van inzet bij individuele casuïstiek naar het stimuleren van regionale netwerken waarin alle betrokkenen aan oplossingen bouwen zodat leerlingen op een bij hen passende manier leren. Dat ‘anders leren’ helpt hun aan een eigen plaats in de samenleving. Gedragswerk organiseert daarom regionale verbeterplannen, actietafels en oplossingsgerichte expertiseteams, maar blijft beschikbaar om complexe casuïstiek op te helpen lossen, samen met alle betrokkenen in de regio.