Jannie Lammers

Emotie-management

Emotie-management

Een hoogbegaafde thuiszitter van acht jaar met een enorme weerzin tegen school. Een wanhopige moeder die wil dat er iets gebeurt, maar ook met iedereen overhoop ligt.

Gedragswerk praat met moeder. Ze heeft een hersenbeschadiging opgelopen bij een ongeluk. Haar impulscontrole is minimaal, een begeleider steunt haar wekelijks. Na meerdere ruzies met leerkrachten wees het schoolbestuur moeder en kind de deur.

De leerplichtambtenaar heeft een oplossing die moeder niet aanvaardt. Ze denkt dat hij haar alleen maar treitert. De onderwijsconsulent gaat niet aan de slag met iemand die niet voor rede vatbaar heet te zijn. Gedragswerk mag van moeder de betrokkenen opbellen omdat moeder vertrouwen heeft gekregen in de sparringpartner die goed luistert en niet oordeelt. De professionals geven allemaal aan dat moeder met emotionele uitbarstingen iedereen buiten spel zet.

Een leerkracht doet intussen een melding bij Veilig Thuis. Moeder wil onderduiken om te voorkomen dat men haar kind afpakt.

De sparringpartner en de begeleider bereiken in een gesprek met moeder dat ze inziet dat haar gedrag niet helpt. De sparringpartner mag haar uitbarstingen de kop indrukken is de afspraak. Met de nodige moeite komt het tot een volgende stap, een gesprek met de meest betrokken personen:
moeder, haar begeleider, de traumapsycholoog die is ingeschakeld voor het kind, de leerplichtambtenaar, de directeur van het samenwerkingsverband en Veilig Thuis en Gedragswerk.

Een verassende bijeenkomst. De sparringpartner blijft her volhouden dat moeder de eerst belanghebbende is en zij vraagt professionals waarop zij hun mening baseren.

Moeder blijft kalmer dan ooit en de professionals geven toe dat hun mening soms niet op feiten maar op indrukken stoelt.

Na een proces van maanden en maanden waarin elk stapje meerdere gesprekken (en uitbarstingen) vraagt komt er een begin van veranderingen. De begeleider van moeder reguleert nu actief moeders communicatie, de leerplichtambtenaar ziet dat goede bedoelingen en een directieve stijl averechts kunnen werken, de directeur van het samenwerkingsverband pakt een rol richting een andere school op. Moeder weet dat ze soms op een andere plek moet uitrazen.

De thuiszitter vindt het leuk op school en haalt steeds betere resultaten. Grotere geruststelling is voor moeder niet denkbaar.

Over de auteur

Jannie Lammers werkt als adviseur bij BMC en is een ervaren mediator.