Gooien we het kind met het badwater weg of kiezen we het ruime sop?
Leerplicht of ontwikkelrecht – een overdenking
Alle kinderen moeten gezond en veilig kunnen opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving, met inclusie als richtinggevende visie. Gedacht gemeengoed en tegelijk een taaie uitdaging.
Begrippen evolueren in de loop der tijd. Betekenis, karakter en impact zijn onderhevig aan context en ontwikkeling. Neem Leerplicht. Ingevoerd om het ontwikkelrecht van kinderen te beschermen, lijkt het te verworden tot paradox. Een groot goed toen het kind – lees arbeiderspotentieel – vaak het kind van de rekening was. Kinderen draaiden zo jong en zo vroeg mogelijk mee in de molen van de industrialisatie en economische groei. Een kleine bevoorrechte groep profiteerde van deze inspanningen. De ‘bijwerkingen’ raakten de kwetsbaren. Verplichte lang(er)durende scholing was een instrument om de bedreiging voor deze jonge kindarbeiders om te keren en om te zetten in kansen. Kansen in ontwikkeling, vrije tijd en vrijheid. Zonder het te voelen als last, heb ik zelf mogen profiteren van deze plicht.
Ondertussen is er veel veranderd of ook weer niet? Kan het vertrekpunt ‘het recht op ontwikkeling – de lust’ als vervanging voor de ‘de plicht tot leren – de last’ dienen? Zijn er voldoende randvoorwaarden om met gerust gemoed het wettelijk anker leerplicht los te laten? Komt het ontwikkelingsrecht tot zijn recht in volkomen vrijheid?
Leerplicht & ontwikkelrecht? Of leerrecht & ontwikkelplicht? Of doen wat nodig is?
Ontwikkeling is een levenslang en uniek proces waarin onderwijs een belangrijk aandeel heeft, maar zeker niet alleen aan zet is. Kind- en omgevingsfactoren als thuissituatie en vrijetijdsbesteding spelen een grote(re) rol, met ouders als eerstverantwoordelijke voor opvoeden en opgroeien.
It takes a village to raise a child.
Verbinding en integrale samenwerking tussen onderwijs, jeugdhulp en zorg beschouw ik als directeur van het Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Westelijke Mijnstreek als één van mijn speerpunten. Krachten bundelen daar waar het te doen is: de vindplaats als werkplaats in de wijk, gemeente of regio. Klinkt simpel, maar vereist vertrouwen en durf van veel partijen om samen het ruime sop te kiezen, met de kunst van het zeilen.
Binnen het samenwerkingsverband stellen wij de dialoog centraal in de ontmoeting van ouders en kernpartners rondom een kind. We ondersteunen de ontwikkeling van het kind op maat als dat nodig is. Ons vizier is gericht op wijkgerelateerde preventie in de basis. Met daarnaast intensieve combinaties van onderwijs en jeugdhulp en/of zorg in collectieve afspraken. Een continuüm van schoolarrangementen in het basisonderwijs, doelgroeparrangementen in speciaal (basis)onderwijs en passende afspraken voor leerlingen waarbij behandeling en zorg (tijdelijk) voorop staat.
De schoolmuren zijn daarbij niet heilig, maar de verbinding met onderwijs wel. Waar kinderen voorheen volledig verbleven in zorg met vrijstelling van leerplicht, wordt nu sneller voorzien in onderwijsdeelname. Stijgende deelnamepercentages en kosten binnen ons samenwerkingsverband passend onderwijs zijn het gevolg, terwijl daar geen facilitering tegenover staat. Dit kan op termijn op gespannen voet komen te staan met het ontwikkelrecht.
Als oplossing voor huidige knelpunten zijn we minder op zoek naar nieuwe begrippen, maar meer naar ruimte en flexibiliteit in toepassing en financiering. Handelen naar de zin van de wet. De letter van de wet – leerplicht als voorbeeld – kan basale bescherming bieden als het ontwikkelrecht in de knel dreigt te komen. Vangnet in vrijheid.
Tiny Meijers-Troquet is directeur Samenwerkingsverband Passend Primair Onderwijs Westelijke Mijnstreek
Interesse in de werkwijze van de drie samenwerkingsverbanden PO Zuid-Limburg?
Bekijk hier een aantal infographics:
Zo inclusief mogelijk: Vindplaats als werkplaats