Redactie

Werkatelier – WEL in ontwikkeling

Werkatelier – WEL in ontwikkeling

‘Iedereen is al goed in gesprek met elkaar, dat is een mooi begin van dit werkatelier’ aldus Karin van der Velden, directeur-bestuurder Samenwerkingsverband Nieuwe Waterweg Noord. Op de locatie van het Samenwerkingsverband in Schiedam kwamen een dertigtal professionals samen voor een werkatelier van WEL in ontwikkeling. 

‘Ook is het mooi om te zien dat er een goed gemixt gezelschap aanwezig is. Een jeugdarts, vertegenwoordigers van OCW, leerrecht, begeleiders. Dat is belangrijk, want kinderen willen ontwikkelen en daar hebben we alle partijen voor nodig.’ 

Vaste patronen
Die kick-off van het werkatelier leek iedereen direct in de juiste mindset te brengen om aan de slag te gaan met brainstormen en het delen van kennis en ideeën. Maar was dat wel zo? Ageeth Boverhuis van WEL in ontwikkeling nam de groep eerst mee in een aantal oefeningen om te laten zien hoe het menselijk brein werkt. ‘Als je snelle beslissingen moet nemen, valt het op dat er vaak teruggevallen wordt op een aantal vaste patronen. Bij een kleur denkt men bijvoorbeeld vaak direct aan blauw of rood. Die antwoorden zitten bijna standaard in ons. Dat betekent, dat bij snel werken en schakelen, out of the box denken een uitdaging is. Daar gaat de sessie vandaag over, over ruimte om het anders te doen.’

‘Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg’

Ruimte
‘Die ruimte is er, dat is mooi’ vond Lazlo van Donkelaar, projectleider WEL in ontwikkeling. ‘We krijgen de tijd om een oplossing te vinden en jongeren weer te laten wennen aan het proces van ontwikkelen. Ook is er ruimte om aan compleet originele oplossingen te denken. Oplossingen die we misschien normaal niet in ons repertoire hebben zitten. Maar hoe? We zijn reizen aan het maken met de jongeren, we trekken hier conclusies uit om te zien en te leren hoe het wel kan.’ 

Na de introductie kwamen twee casussen op tafel. Beide vanuit een compleet verschillende invalshoek. De groep werd uitgedaagd om plaats te nemen bij de casus die het meest verschilde van wat zij normaal zien langskomen. Op die manier is het out of the box denken extra gemotiveerd. Dat de groep een passie heeft voor deze jongeren is meteen duidelijk. Geen twijfel of verlegenheid, maar direct vol gas aan de slag met ideeën. Onderling wordt wat overleg gepleegd, vragen gesteld en binnen de kortste keren liggen er tientallen post-its met ideeën en potentiële oplossingen. 

Het kan WEL
Na het doornemen van de oplossingen en het bespreken van de vervolgstappen ontstaat een gesprek over de lessen van de dag. ‘Het laat zien dat je soms de tijd moet nemen. Ook al is het dan niet helemaal volgens het boekje, de oplossing is er altijd’ vertelt een van de deelnemers tijdens een discussie of het écht wel kan. ‘Ik hoor jullie ook over de inspectie. Of het wel mag.’ vult Lazlo aan. ‘Ik heb nog geen enkele casus gehad die écht niet kon, maar het vraagt soms wel creativiteit. Wij moeten uitdragen dat die tijd en ruimte er is. Als we er willen staan voor die jongeren gaat dat niet altijd volgens de vaste trajecten.’ Als het niet recht kan, dan gaat het maar met een boogje eromheen. Maar het kan WEL, nu al. Je hebt daar wel een goede samenwerking met partners voor nodig. Daar werd door alle aanwezigen instemmend op gereageerd. 

‘Het zit in hoofden en systemen dat een speciale of afwijkende oplossing niet werkt of niet zou mogen. Of dat we het niet zouden willen of kunnen. Neem gewoon die ruimte om de oplossing te vinden en iets te betekenen voor een jongere. En ontwikkeling mogelijk maken, het kan WEL.’