Feuilleton Nesten

NESTEN feuilleton afl. 3 – Ontwikkelingen in Zuidoost Friesland door de (recente) jaren heen

NESTEN feuilleton afl. 3 – Ontwikkelingen in Zuidoost Friesland door de (recente) jaren heen

een beschouwend perspectief

Als vliegwiel van Gedragswerk richt CvB in Bedrijf zich op het versterken van de Commissie voor de Begeleiding als de centrale motor om leerlingen die vastlopen, weer in beweging te krijgen. In het NESTEN feuilleton delen betrokkenen hun kennis en verhalen en geven middels een vraag het stokje door. Deze week Jeroen Zijlstra over de samenwerking in Zuidoost Friesland.

Lees ook afl. 1 Start Feuilleton CvB in Bedrijf

Lees ook afl. 2 Groningen/ Drenthe

Na de succesverhalen in de eerste twee afleveringen van dit feuilleton mag ik het stokje van albert boelen overnemen en kijken of ik zijn nieuwsgierigheid naar de samenwerking in Zuidoost Friesland voldoende kan beantwoorden.

Vooraf dient gezegd dat dit stuk geschreven is op projecten rondom (dreigende) thuiszitters. Het gaat niet over het reguliere vso of praktijkonderwijs. Dat onderwijs is over het algemeen goed georganiseerd en ingericht, inclusief de zorgroutes. Dit stuk gaat over de leerlingen die ook daar uitvallen of dreigen uit te vallen. Inmiddels staat de landelijke teller op 22.000 en het worden er alleen maar meer.

Als zelfstandige ben ik de afgelopen vier jaar betrokken geweest bij verschillende scholen die in het ‘verzorgingsgebied’ Zuidoost Friesland zitten zoals dat zo mooi heet.

Zowel op een voormalig cluster 3 school als een praktijkschool. Uiteraard heeft ook dit gebied een samenwerkingsverband, de constructie bedacht door het rijk waarmee passend onderwijs voor elke jongere zou gaan lukken (de licht sarcastische ondertoon mag opgemerkt worden).

Geluksverhaal

Papier, procedures en regels maken geen onderwijs. Dat gebeurt alleen door mensen en door niets anders. Dit gebeurt door mensen op verschillende posities. Voor een werkelijk geluksverhaal is nodig: een welwillende bestuurder, een faciliterende directeur, een vertrouwen-gevende teamleider, maar bovenal bevlogen medewerkers die bereid zijn om te doen wat helpt, los van of het hoort. Sterker nog: meestal niet doen wat hoort en zeker niet als het niet helpt. Het tegeltje boven dit feuilleton vraagt niet voor niets: Hoort het of helpt het?

In de dagelijkse praktijk merk ik dat de vele betrokken mensen graag zouden willen doen wat helpt, maar vastzitten of worden gehouden in hoe het hoort.

Dat omkeren vraagt om veel lef. Niet alleen van die mensen (dat gaat vaak nog wel) maar vooral ook van leidinggevenden en bestuurders. Dan wordt het toch wat politiek en komen strategische plannen, leerling prognoses, marktaandeel en behoud/belang van de eigen organisatie aan bod. Een garantie voor het mislukken van de aanpak van (dreigende) thuiszitters en inclusief onderwijs (als we al weten wat we daarmee bedoelen). Zolang het eigen belang van een organisatie of schoolbestuur boven dat van de leerlingen/jongeren in een gebied gaat lossen we dit niet op. Daarnaast gaan we het probleem niet structureel oplossen in het systeem waarin het is ontstaan.

Gigantische ruimte

Ze zijn er wel, de bestuurders, directeuren, teamleiders en medewerkers met lef. In 2022-2023 heb ik samen met zeer enthousiaste collega’s een voorziening mogen bouwen waar leerlingen die wat moeite hadden met het schoolconstruct zoals we dat in dit land bedacht hebben een plek konden krijgen. Met alle ruimte (ook financieel) van directeur en bestuurder.

De ruimte die dan ontstaat is gigantisch. De energie en het enthousiasme zijn niet bij te houden. Inmiddels is het een stabiele voorziening die al bijna een jaar zonder actief betrokken teamleider draait. De medewerkers weten wat helpt en blijven dat met elkaar doen. Ze zijn het avontuur aangegaan, vertrouwen elkaar blind en als het al schuurt dan komt dat op tafel. De vraag doen we de goede dingen is een bijna dagelijkse vanzelfsprekendheid.

Onbetaalbaar

Het maatschappelijk belang kan niet genoeg benadrukt worden (een thuiszitter die weer gaat participeren scheelt de maatschappij tussen de 1,4 en 1,8 miljoen euro). Maar als je daadwerkelijk een keer zo’n route van dichtbij hebt meegemaakt van een jongere dan is het geld niet van belang.

Zien wat het weer meedoen doet met de jongere en zijn of haar ouders is onbetaalbaar. Een vader, die totaal ontredderd en al murw geslagen door de maatschappelijke systemen, zonder vertrouwen en met, een terecht ontstane, sceptische blik merkt dat er daadwerkelijk mensen zijn die nog geloven in zijn kind. Als hij vervolgens zijn kind na anderhalf jaar uit ziet stromen naar een vaste reguliere arbeidsplek en vervolgens jou maar eindeloos blijft bedanken, dat laat niemand onberoerd. Dan maakt wat hoort nooit meer iets uit. En weet je dat je alleen nog maar moet doen wat helpt.

Helpend perspectief

Naast bovenstaand voorbeeld heb ik op drie andere plekken in Noord-Nederland geprobeerd om vanuit het helpende perspectief mensen te laten werken. Ik kan met al die ervaring inmiddels wel zeggen dat in de huidige organisatie van het onderwijs ongeveer 10 á 15% in staat is om tegen de stroom in te gaan indien dat nodig is voor een jongere. Op voorwaarde dat er een leidinggevende is die dat steunt en als hitteschild fungeert (lees, Verdraaide Organisaties Wouter Hart 2012).

Wat heeft dit te maken met de positionering van de Commissies voor de Begeleiding? Eigenlijk alles. De praktijk leert echter dat ook leden van een CvB in dezelfde percentages af kunnen wijken van wat hoort. OPP’s, TLV’s, ontheffingen, procedures, LPA, inspectie. Alles drukt de professional naar wat hoort. Maar weinigen vinden de ruimte om te doen wat helpt (al zijn er ook wel een aantal zaken die horen én helpen).

Recente ervaringen met bijeenkomsten over (dreigende) thuiszitters laten zien dat de uitvoerende medewerkers (leden CvB en ondersteuningsteams) in het belang van leerlingen soms prima buiten de eigen organisatie kunnen en willen kijken. Teamleiders en directeuren zijn nog niet zover.

Buiten bestaande wetgeving

Daarbij MOETEN ze afwijken van wat hoort om de eenvoudige reden dat de huidige goede oplossingen voor deze jongeren veelal buiten bestaande wetgeving liggen. Het samenwerken van (jeugd)zorg en onderwijs is voor deze jongeren cruciaal. De wet op het onderwijs in combinatie met de wet op de zorg maakt gewenste constructies vaak strikt juridisch onmogelijk. De proefballonnetjes en toegestane pilots doen daar niets aan af.

Ik zal, zolang het me lukt, blijven proberen om voor de (dreigende) thuiszitters mensen te bewegen om te gaan doen wat de jongeren kan helpen ook als dat even niet hoort.

Stokje doorgeven aan…

Aan mij om het stokje door te geven. Dat doe ik graag. Ik ben benieuwd hoe Ageeth Boverhuis, eveneens als zelfstandige, via kunst of andere vormen de CvB’s in beweging brengt.

Jeroen Zijlstra